Capelle aan den IJssel, in historisch perspectief

De Romeinse overheersing

Alhoewel iedereen bij Capelle aan den IJssel denkt aan een nieuwbouwstad, gaat de historie van deze plaats zeer ver terug tot aan de Romeinse tijd.

De Romeinen brachten, zegt men, de beschaving in de moerassige gebieden van Nederland destijds, en maakten daarmee een einde aan het prehistorische tijdperk. Ondanks hun technisch inzicht hadden ook zij geen afdoend antwoord op het steeds weer wassende water.
Zij verlieten onze streek weer zo'n 300 jaar na Chr, wat sporen van hun invloed achterlatend.

Een voorbeeld hiervan is de 's-Gravenweg. Deze door de Romeinen aangelegde heerbaan was ook toen al een directe verbindingsweg tussen dat wat pas in een veel later stadium Rotterdam zou worden, en Gouda. Daarnaast hebben de Romeinen ook gebruik gemaakt van het water. Voor het vervoer van vrachten werden bijvoorbeeld schepen met een zeer platte bodem gebruikt. De schouw, een platbodem die met een kloet (vaarboom) wordt voortgeduwd en die hier nog lange tijd is gebruikt voor het afvoeren van de tuinbouwprodukten, heeft zoveel overeenkomsten met de Romeinse vrachtschepen dat men hier een zekere invloed in vermoedt.

Na het vertrek van de Romeinen verviel de streek weer in zijn oude hoedanigheid, hier en daar een nederzetting met als belangrijkste vorm van bestaan de jacht en de visserij. Bovendien was het gebied ook minder goed bewoonbaar geworden door de stijging van het zeewater en daardoor de stijging van het grondwater in de moerassen. De vorming van veen ging feitelijk continu door.

In de 8e eeuw trad een verandering op in de waterhuishouding van o.m. dit gebied. Door het verzanden van de Rijn veranderde de loop van de rivieren. Oude rivieren verdwenen en nieuwe ontstonden, bijvoorbeeld de Lek, de Hollandse IJssel, de Merwede en de Waal.

De zogenaamde lage landen, die eerst werden gekenmerkt door grillige waterstromen, werden langzaam maar zeker een landschap met een door de natuur strakker geregeld rivierenstelsel. Ook het gebied dat later Prinsenland zou worden, was via deze waterwegen beter bereikbaar en waarschijnlijk hebben zich vanaf die tijd ook hier steeds meer mensen gevestigd. AI gauw ging men zich het land eigen maken. De oeverwallen langs de rivier waren geschikt voor bewoning en de landen daarachter werden ontgonnen voor de landbouw. Overbodige begroeiing werd verwijderd en het terrein werd geëgaliseerd. Water dat hierdoor uit het sponsachtige veen kwam, werd door systematisch gegraven greppels afgevoerd.

O Op kaarten uit het verleden komt op de plaats van het tegenwoordige Capelle al een plaats BATAVORUM voor. Ook de naam IJsele dateert uit die tijd.

In 2000 zijn door archeologen van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek R'dam (BOOR) opgravingen verricht vlakbij het Dief- & Duifhuis. Hierbij is een dijkje van minimaal 10 meter breed en aan weerszijden voorzien van een rij houten palen met daarin twee duikers, blootgelegd. De constructie dateert uit de tweede eeuw na Christus.

Kralingsche Veer

Kralingse Veer is eigenlijk heel oud. De naam doet al vermoeden dat we te maken hebben met een veer, een overzetveer van Kralingen naar IJsselmonde, alwaar een Slot IJsselmonde (afgebroken in 1900). In een oorkonde uit 1333 wordt over dit veer gesproken. Waarschijnlijk mogen we wel stellen dat dit veer veel ouder is. Wellicht vormde het veer een schakel in de heirbaan van de Romeinen. Rondom een overzetveer ontstond in de loop der tijd wat bebouwing als een herberg, de woning van de veerman, een stalling voor paarden en zo meer. Ook vestigden zich er vissers. Het dorp Kralingen lag vroeger in de buurt waar nu nog de begraafplaats Oud Kralingen te vinden is. Op deze begraafplaats liggen nog wat oude resten van de kerk waar eens ds.Th. van der Groe gestaan heeft en begraven is.

Door de zalmvisserij is Kralingse Veer beroemd geworden. In het midden van de achttiende eeuw valt te spreken van een professionele aanpak en van handel in zalm. Er was een marktgebouw, een afslag zodat de vis verhandeld kon worden. De afslag stond aan de Schaardijk. Na het jaar 1890 verminderde de zalmvangst. In 1932 werd het afslaggebouwtje gesloopt. Van de oude glorie van Kralingse Veer is helaas niets meer over. Het tegenwoordige restaurant Het Zalmhuys refeert naar deze tijden

Burgers uit het noorden van Nederland (bijvoorbeeld Amsterdam) gingen langs deze weg naar het zuiden (Antwerpen)

Later ontstand op deze plaats een vaste veerboot-verbinding met het dorp Ouderkerk aan den IJssel en Krimpen, maar ook naar Gouda In de buurt lag het buurtschap Keeten, wat later is uitgegroeid tot het huidige Capelle West.

Ongeveer een eeuw later, toen Karel de Grote keizer werd van het Frankische rijk, werd het leenstelsel ingevoerd. Edelen kregen als beloning voor hun trouw en bewezen diensten een stuk land te leen, wat zij al gauw als eigendom gingen beschouwen. Zo werd het latere Prinsenland werd op die manier als heerlijkheid in het begin van de dertiende eeuw uitgeleend aan de familie van Cralingen.

De oude bebouwing en de vele buurtjes langs de Schaardijk zijn verdwenen. Nagenoeg geen pand daarvan is blijven staan. Alleen het gedeelte ten oosten van de IJsselmondselaan bleef bestaan. Dat is het huidige Kralingse Veer. De meeste huizen van dit gedeelte dateren uit de jaren 1920 -1935. Men duidde deze wijk aan met Capelle-West. Toen de wijk in 1941 d oor Rotterdan werd geannexeerd werden de straatnamen veranderd. Geen schrijversnamen sieren de naambordjes meer, maar Kralingse Veer is veranderd in een "wilde-beesten-buurt", zoals iemand het heeft aangeduid. K

Turfsteken en het ontstaan van polders

Eind 15e eeuw begon men op grote schaal met het afgraven van de veengrond. De ovens van de steenbakkerijen, de opkomst van de steden en de groeiende bevolking op het platteland veroorzaakten een stijgende behoefte aan brandstof. De turfwinning zou de natuur onherstelbaar beschadigen. Rond 1530 ging men over op slagturven. Men baggerde het water steeds dieper uit op jacht naar het bruine goud. Het is vooral deze manier van turfwinning die het landschap veranderde.

Steenbakkerijen

Langs de IJssel zijn vele steenplaatsen gebouwd : ter hoogte van Moordrecht, Nieuwerkerk (Hitland), bij Ouderkerk, maar ook in Capellle, zoals bij De Oude Plaats en de Kouwen Hoek, waar in de loop der eeuwen miljoenen ijsselsteentjes zijn gebakken uit het slib van de rivier. Dit slib sloeg bij terugtrekken tij (eb) van de rivier neer in de rondingen van de rivier (zellingen) waarna het door baggeraars weer werd vervoerd naar de steenbakkerijen. De klei werd in mallen gevormd tot steenjes, gedroogd en gebakken in steenovens, een proces wat wekenlang duurde.

In de loop van de 20e eeuw kon door de oprukkende industrie (vooral de scheepsbouw) en de toenemende bebouwing, de veeteelt zich niet meer handhaven. Ook de IJsselstenen moesten het afleggen tegen de dikkere en goedkopere Waalstenen. Ook ging de kwaliteit van het kleislib erg achteruit door de verontreinigingen die toen al door lozingen van schepen en nieuwe industrieen werden veroorzaakt.Dit was dus reeds de voorbode van de latere ernstige verontreinigingen!

Beroepsbevolking

De bewoners uit die tijd waren visser, boer, steenplaatsarbeider, tuinder, touwbaanarbeider, baggeraar en turfsteker. Aan de overkant van de rivier in Ouderkerk woonden honderden schippers, zij vervoerden voornamelijk zand en grind, in veel mindere mate voedsel en vee. De concurrentie was groot, maar s'zondags gingen zij allen naar de kerk.

Vooral de arbeiders op de steenplaatsen in de regio leefden in grote armoede. In de ogen van nu, waren ze min of meer lijfeigenen en vrouwen en kinderen moesten allen meewerken in de steenbakkerijen. Armoede en zware werkomstandigehden eisten hun tol. Er waren vele grote gezinnen van 15 kinderen of meer, kinderarbeid, de meisjes moesten al vroeg aan het werk als dienstmeid bij de eigenaren. De arbeiders leefden in kleine huisjes op het terrein.

De polders

In de omgeving van Capelle zijn er veel polders, te noemen valt de Eendrachtspolder en de Prins Alexanderpolder.

Voordat dit gebied in de periode tussen 1750 en 1875 werd ingepolderd is het minstens drie keer van aanzien veranderd.

  • Vóór de Middeleeuwen was het een moerassig veengebied waar nauwelijks mensen woonden. De boeren uit de omgeving zagen echter wel iets in het omzetten van de moerassen in bouwland. In de vroege Middeleeuwen hebben deze boeren het gebied in cultuur gebracht en er landbouwbedrijfjes gestart.

  • Bouwland werd plas

    Op een goed moment werd het lucratiever om de grond af te graven dan deze te bebouwen. Dit was het gevolg van de grote vraag naar turf, de meest gebruikte brandstof uit die tijd. Turf bestaat uit aan elkaar geplakte en vermolmde lagen plantevezels. Als je natte turf droogt, kun je deze plantenresten goed stoken en gebruiken voor het verwarmen van huizen en het stoken van ovens. Zeker in de toenemende verstedelijking rond Rotterdam was er veel vraag naar turf.

  • Plas werd weer bouwland

    Door de vele turfafgravingen ontstonden er rond de stad echter enorme plasgebieden. Sommige werden zo groot dat ze bij slecht weer een bedreiging voor de nabij wonende bewoners stad werden. Vanaf de 18e eeuw werden veel van deze plassen weer drooggelegd. Ze werden bedijkt en drooggemalen. In 1753 werd op die manier de Eendrachtspolder aangelegd en in 1874 de Prins Alexanderpolder. Die laatste heeft zijn naam te danken aan een vernoeming naar de zoon van koning Willem III.

Capelle en het bestuuur

Capelle aan den IJssel is zo rondom het jaar 1100 ontstaan. Er vestigden zich toen mensen die een aanvang maakten met landontginning. Het gebied behoorde toe aan de Sint Salvator- of Oudmunster kerk te Utrecht. In die tijd moet er ten oosten van de huidige Kerklaan een klooster en een kapel gestaan hebben. De kapel ressorteerde onder de parochie kerk van Ouderkerk aan den IJssel, eveneens een bezitting van de kerk te Utrecht. Door die kapel is de naam van het dorp ontstaan. Eerst Kapelle op d'IJssel. Later veranderd in Capelle aan den IJssel. De vroegere bewoners schijnen zich onder meer met visvangst bezig gehouden te hebben. Het wapen toont ons twee vissen op een schild.

Omstreeks 1280 was er sprake van een parochiekerk. Er wordt vermoed dat zowel klooster als kapel bij de Sint Elisabethsvloed in 1421 zijn verloren gegaan. Later bouwde men hier een nieuwe kerk, de Sint Nicolaaskerk. Deze kerk is in 1572 na een beeldenstorm overgegaan in handen van de Gereformeerden. De kerk werd in 1574 door brand verwoest en weer opgebouwd. Ze werd in 1593 weer in gebruik genomen. In dit jaar werd ook de eerste predikant van de hervormde gemeente, Petrus Johannis Schrijver, officieel bevestigd. De Dorpskerk is in 1959 en in 1990 grondig gerestaureerd.

Het oudst bekende stuk m.b.t. Capelle aan den IJssel in het Rijksarchief is van 22-1 -1317. Graaf Willem III verkoopt daarbij aan de heer Jan van der Werve ** voor 325 pond Hollands de ambachten Capelle en Nieuwerkerk. (B33). waarschijnlijk als onderdeel van een grondruil

** Jan van der Duyn Jansz., ovl. voor 9 jun 1400 alias Jan van der Werve, draagt in 1370 4 morgen land in leen op gelegen te Zevenhuizen, wordt in 1379 door zijn neef Arnoud van Egmond beleend met enige perselen land te Zevenhuizen, ge noemd in het verdrag van verkoop van de heerlijkheid Zevenhuizen op 6 oktober 1386 met '5 mor gen land 't-Eynden Willems landen van der Duyn en 10 morgen land 't-Eynden zynre zate, die hi j in leene houde van de Heere van Brederode, belend Floris landen van der Duyn'. Hij draagt i n of omstreeks 1386 de hofstede van der Duyn op aan Reynout, heer van Brederode en ontvangt h et weder van diens zoon Jan in leen terug. Op 21 maart 1386 belooft Vranc Mijns Herensz. he m 14 oude scilden terug te geven indien het land afkomstig van Jacob Dirxz., gelegen in Moord recht, hem afgenomen zal worden. Hij verkrijgt de helft van het land gelegen in Moordrecht va n Wouter Abbenzone, dat jonkvrouw Aleyze Jansdr. van Schije gekregen had van haar neef Jaco b Dirc Philipsz. Borg voor zijn zoon Wolfaert, die op 1 december 1393 poorter van Gouda werd . Hij had een vordering op Griete Arnts weduwe op 16 april 1395. overleden voor 9 jun 1400, w anneer zijn zoon hem opvolgt in zijn lenen. t:

Schielands Hoge Zeedijk

Langs het lage polderlandschap van Schieland slingert zich sinds mensenheugenis Schielands Hoge Zeedijk, eeuwenlang de enige bescherming voor de bewoners tegen het water. De dijk ontstond aan het eind van de 12e eeuw in opdracht van Aleida van Henegouwen, Geboren omstreeks 1290 en overleden : na 12 Juni 1351, dochter van Jan II Van Avesnes, , die - volgens de overlevering - zelf de schep ter hand nam, toen de bestaande dijken op doorbreken stonden.
De dijk dateert van omstreeks 1270 en was circa 35 kilometer langs, zij liep vanaf Schiedam naar Gouda. Ter hoogte van Capelle onstond een kerk en enige huizen. Deze kerk brandde omstreeks 1574 af, waarna op dezelfde plek een nieuwe kerk werd gebouwd, ter hoogte van de Oude Dorpskerk in het Capelse Dorp.

In de loop der jtijd nam het aantal bewoners in de polders achter deze dijk toe tot circa drie miljoen, de functie van Schielands Hoge Zeedijk bleef echter in al die jaren onveranderlijk dezelfde: de bescherming garanderen van al die bewoners. Door turfsteken van de toenmalige inwoners ontstonden plassen en meren in het veengebied die later werden drooggemalen het water werd - deels via de huidige ringvaart - geloosd op de IJssel. Zo ontstonden de polder, waaronder Alexanderpolder en de wijk Capelle Schenkel.

Schielands Hoge Zeedijk en Leidens Ontzet in 1574

Schielands Hoge Zeedijk is maar één keer is doorgebroken. De enige werkelijke doorbraak van deze dijk was bewust door mensen veroorzaakt.

Leidens Ontzet in 1574

Toen in de 80-jarige oorlog (1568 - 1648) Leiden maandenlang werd belegerd, werd besloten de soldaten met behulp van water te verdrijven. Op bevel van Willem van Oranje werd Schielands Hoge Zeedijk op 16 plaatsen doorstoken en al het gebied tot aan leiden lipe onder zilt water. Na een maandenlange belegering door de Spanjaarden werd de stad op 3 oktober 1574 door de geuzen bevrijd ! De gaten werden na Leidens Ontzet weer gedicht.

Waarschijnlijk was dit niet heel degelijk gebeurd, omdat Prins Maurits later bevel gaf tot versteviging van de dijk met een muur, de Mauritsmuur, die tot 1952 bleef staan. Gelukkig werd de dijk toen verstevigd en verhoogd en de muur gesloopt, want de Mauritsmuur had de stormvloed van 1953 niet kunnen weerstaan. Leiden werd ontzet. Capelle kreeg ten tijde van Napoleon bezoek van de Fransen. Deze soldaten hadden het hier wat minder naar hun zin en kampten met grote heimwee .

Slot Capelle

Na 1300 begon men ook het gebied ten westen van de Kerklaan te ontginnen. Er zijn ter hoogte van de polder "Oude Plaats" in de loop der eeuwen een zevental verdigingswerken / vestigingen gebouwd, die later alle door verwoesting danwel door brand zijn verdwenen. Omstreeks 1275 liet Dirc Traveys van Moordrecht een eerste vestiging bouwen ter hoogte van de steenplaats " De Oude Plaats". Bekend is dat daar al in 1340 een landgoed zich bevond. Op dit landgoed werd het slot Capelle gebouwd. Dit kasteel werd in 1352 verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In het begin van de zestiende eeuw werd er een nieuw kasteel gebouwd met dubbele slotgrachten. Dit diende tot 1798 als buitenverblijf voor verschillende regentengeslachten uit Rotterdam.

Zo kocht in het jaar 1612 Johan van der Vreeken de heerlijkheden Nieuwerkerk aan den IJssel en Capele aan den IJssel Hij vestigde op de plaatse van de oude verdedigingswerken de een nieuw Slot Capelle, een min of meer sierslot. Daarna raakte het in verval, de inboedel werd verkocht en het slot werd uiteindelijk omstreeks 1797 afgebroken. Van dit slot resten alleen nog de grachten en een gevangenhuisje. De huidige Slotlaan was de oprijlaan naar het slot

Klik hier voor meer informatie over Slot Capelle.

Capelle in de 20e eeuw

Klik hier voor meer informatie over de groei van Capelle vanaf 1900.

Bijschrift !

De tekst op deze pagina is voortdurend in ontwikkeling en daarom nog zeker niet betrouwbaar of historisch correct genoeg. Wij nodigen u graag uit een bijdrage aan de inhoud te leveren. Dat kan bij voorkeur via email info@capelsewijken.nl

Historische Vereniging Capelle aan den IJssel

Ook verwijzen wij u graag naar de website van de Historische Vereniging Capelle aan den IJssel (HVC).